De recente in de Verenigde Staten vervaardigde ‘Back to School’ reclame-uitingen van Gap Kids hebben vooral in Frankrijk tot woede geleid. Talloze Franse parlementariërs bepleiten zelfs een boycot van het kledingmerk.
De reden? Een van de schoolkinderen die Gap Kids afbeeldt, draagt een hoofddoek. En zoals bekend zijn in het seculiere Frankrijk hoofddoeken op scholen verboden. Bovendien vragen de Fransen zich af waar het witte kind is in deze reclame?
In Nederland maakt de nieuwste tv-commercial van supermarktketen Plus de tongen los. Moslims in een tv-reclame van Plus: het gaat de islamhaters onder ons veel te ver.
De originaliteitsprijs zal Plus niet krijgen.
De Syrische vluchteling die integreert in de Nederlandse samenleving; we zagen het al eerder in de recente storytelling video van Pickwick Thee. Inwoners met een migratie-achtergrond die traditioneel Nederlandse gerechten nuttigen en Hollandse activiteiten ondernemen; het is ook al geregeld gedaan.
Zoals onder meer in de commercial voor Surinaamse Roti van Knorr, de ‘Marokkaanse’ reclamefilm van Uniekaas (‘eerst een boterham met hartig, dan een boterham met zoet’) en de eveneens ‘Marokkaanse’ Plus-reclame van vorig jaar, die toch ook het clichématige beeld opriep van een ‘geassimileerd’ gezin dat Hollandse sperziebonen eet.
De originaliteitsprijs zal de nieuwe en opnieuw vanuit een witte belevingswereld gemaakte commercial van Plus Supermarkten daarom niet krijgen.
Maar lief en vertederend is de commercial wel.
Ismail en Lucas
Ismail, een Syrisch jongetje dat voor het eerst in Nederland naar school gaat, wordt op sleeptouw genomen door de blonde Hollandse Lucas. Zijn nieuwe klasgenootje laat hem niet alleen via botsauto’s en een fanfare kennismaken met de Nederlandse cultuur, maar vooral met Hollandse lekkernijen; van bitterballen en drop tot raket en tosti’s – waaruit Ismael de ham verwijdert; en van tompouce en frikandel tot haring.
Totdat, aan het eind van de commercial, Ismael zijn nieuwe vriendje Lucas bij hem thuis uitnodigt, en de rollen zijn omgedraaid.
Zo lief, zo vertederend, daar kan toch niemand tegen zijn?
Maar in het Nederland van 2018 ligt dat toch anders. In een Nederlandse samenleving waarin een groeiend aantal burgers hun haat tegen alles dat islam, moslim, vluchteling of allochtoon is niet onder stoelen of banken steekt, is de hoeveelheid afkeurende reacties op Twitter, Facebook en YouTube omvangrijk.
Wie kan er in ons land nu tegen een boodschap van liefde zijn? Het antwoord: misschien wel een paar miljoen Nederlanders.
We gaan even terug naar een onderzoek van Motivaction en TransCity van vorig jaar.
Als reactie op de massale publiciteit die professor Ruud Koopmans kreeg met zijn onderzoeken over de mate waarin moslims binnen en buiten Europa bereid zijn geweld te accepteren om de islam te verdedigen, stelden Motivaction en TransCity in februari vorig jaar een aantal vergelijkbare vragen aan autochtone Nederlanders.
Concreet: in hoeverre zijn autochtone Nederlanders bereid, ter verdediging van de Nederlandse normen en waarden, geweld te accepteren tegen de (volgens velen oprukkende) islam?
De vragen zijn tussen 22 en 27 februari 2017 beantwoord door 1051 Nederlanders uit het StemPunt-panel van Motivaction. De steekproefomvang is representatief voor Nederlanders in de leeftijd van 18 tot 70 jaar.
Wat blijkt? Van alle ondervraagden vindt maar liefst 61% dat de Nederlandse normen en waarden onder druk staan door immigratie uit moslimlanden. Verder zegt 50% dat de Nederlandse normen en waarden daadwerkelijk worden bedreigd door de islam.
Van alle ondervraagden vindt 27% dat ’in het uiterste geval geweld mag worden gebruikt als de Nederlandse normen en waarden worden bedreigd door de islam.’ Daarnaast is 18% van de autochtone Nederlanders zelfs ‘persoonlijk bereid geweld te gebruiken’.
Nog heftiger is de conclusie dat 17% van de Nederlanders vindt dat ‘geweld tegen moslims is gerechtvaardigd om de Nederlandse normen en waarden te verdedigen tegen de islam.’
Dat zijn meer dan 2 miljoen meerderjarige Nederlanders.
Uiteraard zal je in een vervolgfase de diepte in moeten gaan, en kwalitatief moeten onderzoeken welke motivaties er achter deze opinies schuil gaan. Maar deze resultaten zijn desalniettemin confronterend.
Negatieve reacties op Plus-reclame verrassen dus niet.
Het grote aantal negatieve reacties op de Plus-reclame verrast dus allerminst. Maar treurig is het wel. Dat de haatgevoelens geregeld worden aangewakkerd door (mainstream) media en politici van grote landelijke partijen, maakt het alleen maar erger.
Voor een boodschap van liefde en verbinding moeten we dus tegenwoordig bij reclamemakers zijn.
Zie hieronder twee voorbeelden van de talloze reacties op sociale media.