Begin december organiseerden TransCity en Motivaction het media seminar ‘Weten alleen witte mensen wat goede zwarte muziek is’. Aan het seminar namen journalisten, marketeers en onderzoekers deel namens onder meer NRC, Telegraaf, Parool, Volkskrant, Trouw, NOS, NPO, RTL en BNR.
Er werd voluit gediscussieerd, waarbij de ervaringen van journalisten met een bi-culturele achtergrond van belang waren. Hieronder een korte samenvatting van hetgeen is besproken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met René Romer van TransCity (rene@transcity.com) of Ahmed Ait Moha van Motivaction (a.aitmoha@motivaction.nl).
Discussiepunten waren onder meer:
Objectiviteit
Kan een journalist met een bi-culturele achtergrond wel objectief zijn? In de praktijk blijkt dat journalisten met een bi-culturele achtergrond met die vraag te maken krijgen, zowel vanuit de redactie waar ze werkzaam zijn, als vanuit de lezer, luisteraar of kijker. De paradox daarbij is: daar waar bij bi-culturele journalisten het gevaar van subjectiviteit hoog wordt ingeschat, wordt dit bij autochtoon-Nederlandse journalisten minder als risico gezien. Is mogelijke subjectiviteit pas echt een issue als het om allochtone Nederlanders gaat?
Vertrouwensband
Een vraag die sinds de verkiezing van Donald Trump veelvuldig wordt opgeworpen, is of de verschillende mediaredacties wel middenin de samenleving staan. Verschillende deelnemers aan het seminar vinden van niet, omdat de mediaredacties geen evenwichtige afspiegeling van de samenleving zijn. Zodoende worden de verhalen van PVV-sympathisanten net zozeer gemist als verhalen vanuit de multiculturele samenleving.
En omdat je veel van die verhalen mist, wordt het ook steeds moeilijker burgers te vinden die daadwerkelijk met je willen praten. Het wantrouwen over de manier waarop een mening in de media wordt weergegeven, is immers substantieel. Moeten journalisten dus niet veel meer werken aan de lange termijn, onder meer door het opbouwen van duurzame contacten – een vertrouwensband – met mensen uit alle geledingen van de samenleving? Zodat de media nooit meer kunnen zeggen dat ze iets niet hebben zien aankomen.
Beeldvorming
Een van de relevante discussiepunten was de prominente rol die de zowel de koppenmaker als de beeldredacteur hebben: zij hebben de ‘macht’ om een evenwichtig en genuanceerd artikel een andere wending te geven. Het kan niet zwaar genoeg worden benadrukt dat deze twee functies een substantiële rol spelen in de wijze waarop onze gemixte, multiculturele samenleving, zich al dan niet in mediaberichten herkent. De macht van deze beeldvorming wordt nog ernstig onderschat en de grote maatschappelijke verantwoordelijkheid die men hier heeft, wordt onvoldoende begrepen.
Dit werd onder meer geïllustreerd met een zestal foto/headline-combinaties uit de Volkskrant. Bij geen van de berichten over Schiphol – drukste dag uit geschiedenis, nieuwe lounge Schiphol, inchecken wordt aangenaam, drukte op Schiphol, niemand zit te wachten op hogere prijzen – konden reizigers met een islamitische achtergrond zich persoonlijk herkennen in de foto’s die de artikelen illustreerden. Maar op de foto die het artikel begeleidde over extra veiligheidsmaatregelen op Schiphol, waren zij opeens prominent in beeld. Blijkbaar wordt er alleen aan reizigers met een islamitische achtergrond gedacht als het om terreurmaatregelen gaat, maar op een nieuwe lounge zitten zij volgens de betrokken beeldredacteuren blijkbaar niet te wachten.
Diversiteit op de redactie
Ook als je je als ‘allochtone’ journalist primair richt op een gebied dat niet gaat over onze multiculturele samenleving, is je stem op de redactievloer over de wijze waarop deze over de multiculturele samenleving bericht, toch van belang.
Als kenmerkend voorbeeld geldt de uitspraak van Mark Rutte dat “buitenstaanders die zich ergeren aan hoe wij het hier met elkaar geregeld hebben, zich moeten afvragen of ze wel in Nederland willen blijven”.
Daarmee ging het opeens niet, zoals bij de ‘pleur-op’ uitspraak, over een handvol Turks-Nederlandse jongens op de Rotterdamse Erasmusbrug, maar over alle vier miljoen bi-culturele Nederlanders. Verschillende deelnemers aan het seminar voelden zich door deze opmerking van de premier persoonlijk geraakt, en waren oprecht verbaasd dat geen van de Haagse politiek journalisten hem hierop aansprak. Zij hebben die verbazing ook op hun redactie kenbaar gemaakt.
Uiteindelijk was het alleen Nu.nl-journalist Avinash Bhikhie die de premier hier stevig op ondervroeg. Politiek redacteuren van alle andere nieuwsmedia lieten de premier met deze voor veel bi-culturele Nederlanders kwetsende uitspraak echter wegkomen. Juist omdat (nieuws)redacties grotendeels ‘wit’ zijn, merken zij soms niet eens dat er ‘nieuws’ is met betrekking tot uitsluiting of discriminatie – het raakt de werknemers op deze redacties namelijk niet persoonlijk.
Bi-culturele economen
Een ander steeds weer terugkerend gespreksthema is: waarom weten nieuwsmedia, actualiteitenprogramma’s en talkshows, Nieuwe Nederlanders wel te vinden voor gesprekken over zaken als integratie, islam, racisme en Zwarte Piet, maar meestal niet als het gaat om de economie, gezondheidszorg, milieu, onderwijs of welk ander niet multicultureel gerelateerd maatschappelijk thema ook?
Zijn er geen Marokkaans-Nederlandse economen? Hebben we geen Turks-Nederlandse artsen? Kennen we geen Surinaams-Nederlandse docenten? Moeten de nieuwsredacties geen overzicht maken – zoals er volgens sommigen ooit is geweest – met namen en telefoonnummers van bi-culturele Nederlanders die werkzaam zijn in talloze voor onze nieuwsmedia relevante beroepsgroepen? Het lijkt er volgens sommigen op dat redacties het lef missen om met diversiteit aan de slag te gaan, uit angst voor de ‘boze witte man’.
Commercieel belang
Naast het grote maatschappelijke belang om redactioneel meer aansluiting te vinden op onze gemixte samenleving, kwam ook het commerciële belang tijdens de inleidende presentaties, de plenaire discussie en workshops voorbij.
Het is verrassend om te constateren dat het commerciële belang niet door iedereen in de mediawereld wordt gezien. Een anekdote over een bestuursvergadering bij een voorname stadskrant vormde daarvan een voorbeeld. Tijdens deze vergadering merkte de bestuursvoorzitter op dat slechts de helft van de stadsbevolking commercieel relevant was – de andere helft was immers ’allochtoon’.
Dat roept meteen de vraag op: zijn er ook andere mediamakers en hoofdredacties die er zo over denken? En mocht dat zo zijn, ligt daar dan misschien niet een van de achterliggende oorzaken voor het grote gebrek aan diversiteit in de media? Want waarom zouden redacties rekening met Nieuwe Nederlanders houden als ‘ze’ (in de beleving van de mediamakers) toch alleen maar naar de Turkse televisie kijken?
(Volkskrant. Bij geen van de berichten over Schiphol in het afgelopen jaar – drukste dag uit geschiedenis, nieuwe lounge Schiphol, inchecken wordt aangenaam, drukte op Schiphol, niemand zit te wachten op hogere prijzen – konden reizigers met een islamitische achtergrond zich persoonlijk herkennen in de foto’s die de artikelen illustreerden. Maar op de foto die het artikel begeleidde over extra veiligheidsmaatregelen op Schiphol, waren zij opeens prominent in beeld.)
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.