Onderstaand artikel werd eerder dit jaar gepubliceerd in het magazine dat Wereldmuseum Rotterdam uitgaf ter gelegenheid van de tentoonstelling Afrika 010, een expositie die nog tot januari 2017 doorloopt. Het artikel is geschreven door René Romer van TransCity, een van de partners van dit EtnoMarketing platform.
Afrikanen van de wereld
Rotterdam is de meest gemixte stad van Nederland. Via de haven is ze verbonden met alle continenten. Het is in het belang van de Maasstad om burgers die de grote economische en culturele potentie van Afrika en de Afrikaanse diaspora ter bevoordeling van onze stad willen benutten, zoveel mogelijk te faciliteren.
Wereldwijd telt de gemeenschap van mensen met Afrikaanse roots al gauw zo’n anderhalf miljard zielen. Volgens een ruwe schatting wonen in Groot Rotterdam een kleine 110.000 burgers met geheel of gedeeltelijk Afrikaanse wortels. En dan tellen we alleen nog maar de burgers van eerste en tweede generatie; over de snel groeiende derde en latere generaties zijn geen betrouwbare cijfers bekend.
Wie zijn deze mensen uit de Rotterdamse stadsregio?
Ruim tien jaar geleden beschreef auteur Taiye Selasi in haar essay Bye-Bye, Babar het gevarieerde publiek en de al even diverse muziek in een Londense kroeg. Bezoekers met een getinte huid dansen op een remix van Fela Kuti en baslijnen van Ludacris. Wie de ‘waar kom je vandaan?’-vraag stelt, krijgt de meest uiteenlopende antwoorden. De een woonde in Londen, groeide op in Toronto en werd geboren in Accra. Een ander werkte in Lagos en bracht de jeugd door in Houston, Texas. De dj van de avond was een menging van Nigeriaans en Roemeens.
‘Thuis’ was voor de barbezoekers van alles en nog wat: het geboorteland van hun ouders; de plaats van hun schoolgaande jeugd; de stad waar ze dit jaar woonden; de bestemming van hun vakantie. Ze behoorden niet tot één enkele geografische locatie en voelden zich thuis op heel veel plekken. “Wij,” zo schrijft auteur Selasi, “zijn Afropolitans, Afrikanen van de wereld.” Dat juist Taiye Selasi het begrip Afropolitan internationale bekendheid gaf, is niet verrassend. De website van de vrouw met Ghanees Nigeriaanse wortels meldt dat ze is geboren in Londen, opgegroeid in Boston en afwisselend woont in New York, New Delhi en Rome.
Sinds Bye-Bye, Babar wordt het begrip ‘Afropolitan’ wereldwijd gebruikt. Bijvoorbeeld als de naam van een Zuid-Afrikaans magazine en evenementen in New York. Veel kunstenaars uit de Afrikaanse diaspora worden gerekend tot de Afropolitan-beweging. Schrijvers als Chimamanda Ngozi Adichie, Teju Cole, uiteraard Taiye Selasi zelf en ook beeldende kunstenaars als Chris Ofili, Julie Mehretu, Yinka Shonibare en Wangechi Mutu behoren ertoe, net als de Rotterdams-Surinaamse couturier Marga Weimans. Ook de Rotterdams-Beninse kunstenaar Meschac Gaba, die onder meer in de Tate Modern exposeerde en in opdracht van het Wereldmuseum nieuw werk vervaardigde, speciaal voor de tentoonstelling AFRIKA 010, behoort tot de beweging.
Wie de vraag stelt wat een Afropolitan nu precies is, kan een veelvoud aan antwoorden verwachten: een Afrikaan met een dubbele nationaliteit; iemand die zich identificeert met de gemengde Afrikaans-Europese cultuur; een in de diaspora geborene met Afro-roots. Welke betekenis je er ook aan geeft, de Afrikaanse wortels, of die nu via Suriname, Eritrea, Nigeria of Brazilië lopen, spelen een belangrijke rol.
Een extreem gemixte stad als Rotterdam kent Afropolitans in alle soorten en maten. Rotterdammers met gemengde wortels als Kameroens-Duits, Kaapverdiaans-Turks en Ivoriaans-Nederlands, maar ook Antilliaans-Pools, Ghanees-Brits en Kaapverdiaans-Hindoestaans lijken de gewoonste zaak van de wereld. Datzelfde geldt voor Maasstedelingen met volledig Ghanese of bijvoorbeeld Congolese wortels. Die gevarieerde culturele bagage staat garant voor een internationale oriëntatie die geregeld tot uiting komt in de dagelijkse werkzaamheden van deze stadsgenoten.
Neem Suzanna Lubrano, de Rotterdams-Kaapverdiaanse die in 2003 de belangrijkste pan-Afrikaanse muziekprijs won: de Kora Awards. Ook in 2016 is de zangeres op het continent van een miljard mensen met haar album Vitoria genomineerd, onder meer voor het Afrikaanse album van het jaar. De afgelopen jaren trad Lubrano op voor Afropolitan-communities werelwijd en nam duetten op met Iyanya uit Lagos, Vinicius D’black uit Rio de Janeiro, Machel Montano uit Port of Spain, Kenny B uit Paramaribo en Lange Frans & Baas B uit Amsterdam. Voor een van haar tracks mocht Suzanna een nooit uitgebrachte rap gebruiken van Lisa ‘Left Eye’ Lopes, het verongelukte lid van het succesvolle R&B damestrio TLC uit Atlanta. Ze zat aan een dinertafel met Miriam Makeba, Angie Stone en Ludacris, stond op het podium met Braziliaan Alexandre Pires en bracht studio-uren door met de Amerikaanse Haitiaan Wyclef Jean en de Frans-Antilliaanse Kassav-gitarist Jacob Desvarieux. Kortom, een ‘True Afropolitan’.
Als het globale perspectief niet in hun werk tot uiting komt, hebben de meeste Afro-Rotterdammers alsnog familie en vrienden in verschillende landen. “Het maakt niet uit waar je bent geboren, het belangrijkste is de wereldse blik en de gemengde culturele identiteit”, aldus de Ghanees-Britse journaliste Afua Hirsch.
Dat ruime blikveld is niet alleen in cultureel opzicht interessant, ze biedt Rotterdam dus ook economisch volop kansen. Veel van de snelst groeiende economieën van de laatste jaren bevinden zich namelijk op het Afrikaanse continent. Laten we daar als stad van profiteren, in de geest van dr. Elie van Rijckevorsel, de vroegere mecenas van het Wereldmuseum.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.