Britse verkiezingen en “ethnic minorities”

In 2012 was de niet-blanke stem in de Verenigde Staten doorslaggevend in de herverkiezing van president Barack Obama. De vraag die onderzoekers in Engeland nu opwerpen is: verliezen de Conservatieven van David Cameron in 2015 de verkiezingen als gevolg van de snelle demografische veranderingen?

Een onderzoek in opdracht van Operation Black Vote (OBV) voorspelt dat in 2015 in 168 kiesdistricten het totaal aan “ethnic minority” stemmen groter is dan het aantal stemmen dat de huidige (zittende) parlementariër in dat kiesdistrict heeft behaald. Dat is een forse stijging ten opzichte van de vorige Britse verkiezingen.

Tijdens de verkiezingen van 2010 behaalde de Conservatieven van de huidige Britse premier zo’n 16% van de “minority” stemmen, terwijl Labour 68% van deze stemmen kreeg. Kijkend naar stemgedrag en opkomst van “ethnic minorities” wordt voorspeld dat in 2015 de Conservatieven tussen de 20 en 40 van de in 2010 gewonnen kiesdistricten kunnen verliezen.

Terugkijkend op de verkiezingen van 2010 kan worden vastgesteld dat de 20 zetels die de Conservatieven tekort kwamen voor een absolute meerderheid ook toen al voor een belangrijk deel werd veroorzaakt door de “minority” stem. David Cameron werd daardoor gedwongen tot coalitievorming met de Britse Liberaal-Democraten, een unicum in de naoorlogse Britse politiek.

Dat de “minority” stem al bij de laatste Britse verkiezingen van invloed is geweest, kon pas recentelijk worden vastgesteld omdat vorig jaar de cijfers bekend werden van de bevolkingscensus van 2011; het vorige grootschalige bevolkingsonderzoek stamt uit 2001.

Als Nederland een “winner takes it all” districtenstelsel zou hebben, dan zou ook in ons land de stem van allochtone Nederlanders van grotere invloed zijn op de uitslag van de landelijke verkiezingen dan nu nog het geval is. Ook zou de invloed van populistische politici waarschijnlijk kleiner zijn.