Zoals bekend hanteert het CBS de definitie “allochtoon” voor een ieder die is geboren in het buitenland (1e generatie) of tenminste één ouder heeft die in het buitenland is geboren (2e generatie). Verder zijn de cijfers gebaseerd op de inschrijvingen in de GBA (Gemeentelijke Basis Administratie), en deze worden dus ingedeeld op basis van geboorteland/ geboorteland van ouder(s).
Op zich een zuivere manier van meten, maar wel een die soms kan leiden tot verkeerde interpretaties en onjuiste conclusies.
Een aantal kanttekeningen op een rij:
1.Geboorteland zegt niet altijd iets over etnische achtergrond. Zoals bekend zijn prinses Beatrix en koning Willem-Alexander ook allochtonen, want hun beide vaders zijn geboren in Duitsland. Maar ook zien we bijvoorbeeld Kaapverdianen of Angolezen in Rotterdam die in de Gemeentelijke Basis Administratie staan ingeschreven als Portugees (want in Portugal geboren). Zo heeft de huidige economische crisis in Spanje er toe geleid, dat nogal wat Spanjaarden op zoek gaan naar werk in Nederland. Een relevant deel van hen heeft echter weer de roots in Latijns-Amerika. We moeten bij de interpretatie van de CBS-cijfers dus oppassen om in alle gevallen harde conclusies te verbinden aan de geboortelanden.
2. De 3e generatie valt niet onder “allochtoon”. Het is natuurlijk mooi dat het zo beladen stempel “allochtoon” door het CBS niet op de 3e generatie wordt geplakt. Maar het werkt ook weer versluierend. Zo is het aantal “Surinaamse” geboorten in Amsterdam de laatste jaren spectaculair afgenomen in vergelijking met een jaar of tien geleden. Maar worden er minder kinderen geboren met een Surinaamse of gemixte achtergrond? Dat is nog maar zeer de vraag. Belangrijk verschil is dat hun beide ouders anno 2013 ook vaak in Amsterdam (of Nederland) zijn geboren.
Mogelijk onjuiste interpretaties hebben consequenties voor de mate waarop bijvoorbeeld landelijke en lokale media rekening houden met de belevingswereld van diversiteitsgroepen. Neem het Amsterdamse dagblad Het Parool, een krant die overwegend wordt geschreven vanuit een “witte” belevingswereld in een stad met een zeer gevarieerde bevolkingssamenstelling. Zolang de redactie van deze krant niet bereid of in staat is in te spelen op de belevingswereld van de zeer gemengde Amsterdamse bevolking, ontstaat het gevaar dat de krant op de langere termijn in de problemen komt. Vergelijk Free Record Shop, de retailketen die te laat heeft ingespeeld op de veranderende distributievormen van muziek, games en films en daar nu de consequenties van ondervindt.
3. Niet iedereen die in Nederland woonachtig is, staat ingeschreven in de GBA, vooral als het om recente immigranten gaat. Zo is het aantal Oost-Europeanen in ons land mogelijk veel groter dan uit de CBS-cijfers blijkt. Volgens het CBS zijn er momenteel ruim 110.000 Polen in Nederland. Maar er zijn indicaties dat er bij de SVB (Sociale Verzekeringsbank) weer veel Polen zijn geregistreerd die niet in de GBA staan ingeschreven. Neem de gemeente Ridderkerk, onder de rook van Rotterdam. Begin 2012 stonden er nog maar 46 Polen bij de gemeente ingeschreven, begin dit jaar waren dat er opeens 671. Mogelijk gaat het hier om burgers die al langere tijd in Nederland woonachtig waren, maar zich pas in een latere fase in de GBA hebben ingeschreven.
Ook zien we dat talloze consulaten vaak meer inschrijvingen hebben dan de GBA. Daarmee is niet gezegd dat de cijfers van de consulaten betrouwbaarder zouden zijn dan die van het CBS, maar de verschillen zijn soms significant.
Daar komt uiteraard nog de grote groep illegalen bij. Voormalig minister Leers schatte het aantal illegalen in Nederland in op zo’n 100.000. Geregeld gaat het hier ook om mensen die als kind naar Nederland zijn gekomen en daardoor vaak zo goed Nederlands spreken, dat het vermoeden van illegaal verblijf er bij een eerste contact niet is. En een deel van hen weet de weg in Nederland goed te vinden, ondanks alle hindernissen. Zo worden abonnementen afgesloten op naam van een vriend of legaal in Nederland of een ander EU-land verblijvend familielid, en hebben sommigen zelfs een vaste (witte) baan op de identiteit van een relatie uit een ander EU-land.
Hierboven staan slechts enkele van de kanttekeningen bij de CBS-cijfers. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat geen enkele methode voor het in kaart brengen van de etnisch-culturele diversiteit van de bevolking volledig betrouwbaar is. Elke methode heeft voor- en nadelen, en welke van de methodes het meest betrouwbaar is, valt lastig te beoordelen.
Zo wordt er in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk elke 10 jaar een landelijke bevolkingscensus gehouden. Elke burger moet dan onder meer zelf aangeven wat de etnische achtergrond van de vader is, van de moeder, en tot welke groep men zich vindt behoren. Los van het feit dat dit soms tot subjectieve beantwoording leidt, zien we ook dat niet iedereen de vragenlijst invult.
Wel interessant aan deze methode is dat, anders dan in Nederland, veel duidelijker zichtbaar wordt hoe omvangrijk de gemixte populatie is; burgers waarvan de ouders een verschillende etnisch-culturele afkomst hebben. Zo wordt in het Verenigd Koninkrijk aangegeven dat de gemengde populatie inmiddels de grootste individuele “migrantengemeenschap” is.
Mogelijk is dat laatste in Nederland ook het geval, maar nog moeilijk meetbaar. Want wat is de etnische achtergrond van een in Nederland woonachtige maar in de Verenigde Staten geboren burger? We weten het niet.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.