Hoofddoeken in Noorse leger

Eind augustus werd bekend dat het Noorse leger het dragen van religieuze symbolen en kledingstukken toestaat. Het Noorse leger staat voortaan religieuze dracht in uniformen toe, zoals de islamitische hoofddoek en de joodse keppel. Er wordt gestreefd naar een open en praktische benadering.

Noorwegen stond al langer het dragen van religieuze symbolen, zoals armbanden of kruisjes, toe, maar de nieuwe regels zijn uitgebreider en maken duidelijk wanneer religieuze kledingstukken wel en niet gedragen kunnen worden. Onpraktische kledij is tijdens militaire acties bijvoorbeeld wel verboden. Hoofddoekjes en keppeltjes moeten één kleur hebben en mogen niet met ornamenten zijn uitgedost.

De verschillen in Europese landen hieromtrent worden dus steeds groter, zowel waar het gaat om leger als om politie. In het Verenigd Koninkrijk is het de gewoonste zaak van de wereld dat agenten bijvoorbeeld een tulband dragen (Sikhs) of een hoofddoek, in Frankrijk, waar een strikte scheiding tussen staat en religie wordt nagestreefd, is dit daarentegen weer uit den boze.

Bij politie en krijgsmacht in Nederland worden ook geen hoofddoeken of andere religieuze kledingstukken gedragen. Wel wordt er in onze krijgsmacht rekening gehouden met gewoonten en tradities van werknemers met een joodse, islamitische en hindoeïstische achtergrond: zo zijn een rabbijn, imam en pandit in dienst als geestelijk verzorger, en krijgen werknemers ook de gelegenheid om b.v. halal of kosher te eten.

Voor het niet mogen dragen van een hoofddoek, keppel of tulband gelden veiligheidsoverwegingen als belangrijkste argument, hoewel daar in onder meer Noorwegen en Engeland dus wat minder rechtlijnig over wordt gedacht.

Met name voor de krijgsmachten in Europa is het sterk de vraag of deze onderlinge verschillen in de toekomst te handhaven zijn. In Navo-verband wordt er veel samengewerkt en vinden er geregeld gezamenlijke oefeningen plaats. De bezuinigingsmaatregelen die in talloze Europese landen moeten worden getroffen, maken deze samenwerkingsvormen alleen maar hechter, ook wanneer de tijd nog niet rijp wordt geacht voor een Europees leger.

De verwachting is dan ook dat er vroeg of laat ook wat betreft het dragen van religieuze symbolen en kledingstukken één lijn in Europa zal worden getrokken. Gezien de demografische ontwikkelingen op het Europese continent ligt een pan-Europees verbod op religieuze symbolen en kledingstukken dan niet voor de hand.